Erik van der Spek,
Voorzitter
email: voorzitter@nev.nl
Ik raakte geïnteresseerd in insecten/ongewervelden tijdens mijn werk (1978-2022) als boswachter bij Staatsbosbeheer op Texel. De meeste aandacht bij het werk kregen vogels en bijzondere planten, maar bij het beheer gaat het om de hele biodiversiteit in onderlinge samenhang met bodem, waterhuishouding en klimaat. Er was al een collega die aandacht vroeg voor bijvoorbeeld het behoud van steilkanten bij het onderhoud van paden als nestgelegenheid voor onder andere bijen en graafwespen. Meewerken aan de inventarisatie voor de ‘Voorlopige atlas dagvlinders’, waarbij ook gegevens over het habitat en beheer konden worden verzameld versterkte de interesse.
Onder andere via de NEV-uitgave ‘Microbiotopen van ongewervelde dieren’ van de voormalige Commissie voor Inventarisatie en Natuurbescherming (CIN) uit 1988 kreeg ik toegang tot meer informatie. Contact met een andere prikkebeen die regelmatig op Texel rondloopt, Ben Brugge, zorgde voor extra kennis. Hij vestigde vooral mijn aandacht op bijen en graafwespen en dan vooral het behoud/creatie van nestgelegenheid voor de vele soorten die in de grond nestelen. In die tijd werd elke zandplek in de duinen nog vastgelegd, vanuit de gedachte dat kale plekken de functie van de duinen als waterkering zou verminderen. In die periode was er nog sprake van grootschalige kustafslag waardoor jaarlijks veel duin in zee verdween. Sinds het gebruik van zandsuppleties om de kustafslag te neutraliseren, is ook duidelijk geworden dat stuivende duinen juist vitaler en veiliger zijn dan stabiele duinen. De natuur in stuivende duinen is ook veel gezonder.
Vanuit deze interesses ben ik lid van de secties Hymenoptera en Thijsse (opvolger CIN) en de NEV geworden. Binnen de sectie Hymenoptera ben ik secretaris en redacteur van nieuwsbrief Hymenovaria. Nu na mijn pensionering is deelname aan het bestuur, met avondvergaderingen centraal in het land, gemakkelijker geworden. Het is voor mij nu geen probleem meer als ik pas in de loop van de volgende dag weer op Texel ben.
Ook ben ik nog steeds op beperkte schaal beroepsmatig voor insecten bezig. Zo begeleid ik nog steeds een project bij Staatsbosbeheer waarbij de leefomstandigheden voor wilde bijen in natuurterreinen nabij vestigingen bedrijf de Bijenkorf worden verbeterd. Daarnaast probeer ik de kennis over de concurrentie tussen wilde bijen en gehouden honingbijen bij te houden en de mogelijkheden te verkennen om door regulatie dit risico zo beperkt mogelijk te houden. En uiteraard blijf ik waar mogelijk helpen de verspreiding van wilde bijen en angeldragende wespen in beeld te brengen. Een andere daaraan gerelateerde interesse is de kennis van inventarisatie en monitoring van wilde bijen. Van beide onderwerpen is nog maar beperkt bekend welke (combinatie van) methode en intensiteit optimaal is. Waarbij voor monitoring meer aandacht nodig is voor het omgaan met waarnemerseffecten.
Luc Willemse,
Secretaris
email: secretaris@nev.nl
Postbus 9517
2300 RA Leiden
Geboren als (klein)zoon in sprinkhanenfamilie Willemse zijn insecten en met name sprinkhanen mij met de paplepel ingegeven. Al van jongs af aan rende ik achter vlinders en sprinkhanen aan en zomervakanties stonden geheel in het teken van verzamelen. Zelfs in de wintermaanden werd actief gezocht naar insecten door bladeren te verzamelen in het bos en die, nadat ze thuis op kamertemperatuur waren gebracht, uit te spreiden op een wit papier. Niet vreemd dus dat ik biologie heb gestudeerd in Leiden.
Na mijn studie ben ik via omzwervingen in Wageningen (veldscreening synthetische feromonen) en Zambia en Zimbabwe (veldtest nieuwe bestrijdingsmethode tegen tseetseevliegen) terechtgekomen bij het Nationaal Herbarium Nederland (voorheen Rijksherbarium Leiden) als databasebeheerder. Hier heb ik 15 jaar gewerkt en een bijdrage kunnen leveren aan de digitalisering van de herbarium collectie.
Kort na de vorming van het huidige Naturalis in 2010 ben ik overgestapt naar mijn huidige functie, collectiebeheerder van de sprinkhaanachtigen. In die hoedanigheid ben ik nu niet alleen verantwoordelijk voor de collecties van het vroegere Rijksmuseum van Natuurlijke Historie en het Zoölogisch Museum Amsterdam maar ook voor de collecties van mijn grootvader (C. Willemse) en vader (F. Willemse).
De belangrijkste taken die in deze collectie nog moeten gebeuren zijn het maken van een typencatalogus, het wegwerken van het ongedetermineerde materiaal en de volledige integratie van de diverse deelcollecties.
Sinds April 2022 ben ik secretaris van de NEV en ik hoop als bestuurslid een steentje bij te kunnen dragen aan het populariseren van insecten in het algemeen en het ondersteunen van onze leden in het bijzonder.
Eveline Verhulst,
Vice-voorzitter
email: vicevoorzitter@nev.nl
Droevendaalsesteeg 1
6708 PB Wageningen
Laboratorium voor Entomologie
Wageningen University & Research
Mijn interesse voor insecten begon tijdens mijn studie Biologie in Groningen. Ik was als kind al geïnteresseerd in het leven in de natuur, en mocht graag met mijn (speelgoed) microscoop kleine (water)beestjes vangen en kijken hoe ze eruit zagen met een vergroting. Interesse in insecten had ik toen nog niet specifiek, interesse in de evolutie van het leven op aarde wel, met name op moleculair niveau. In Groningen raakte ik bekend met het onderzoek van de vakgroep Evolutionaire Genetica, en zij gebruikten insecten voor het oplossen van evolutionair georiënteerde vragen. Hier begon mijn belangstelling voor insecten en de wijze waarop vroeg in de ontwikkeling (dus in het ontwikkelende embryo) de mannelijke of vrouwelijke geslachten ontstaan. Ik ben toen als PhD kandidaat begonnen aan het ontcijferen van het moleculaire mechanisme van de geslachtsbepaling in de parasitaire wesp, Nasonia. En deze onderzoekslijn heb ik nog altijd. Nu werk ik als universitair hoofddocent bij het Laboratorium voor Entomologie bij de Wageningen Universiteit en onderzoek ik de moleculaire en evolutionaire ontwikkeling van insecten. Ik focus me hierbij voornamelijk moleculaire basis van geslachtsbepaling en de verschillen tussen mannetjes en vrouwtjes (seksuele dimorfismen) van parasitaire wespen (met name uit de Pteromalinae sub-familie). Daarnaast onderzoek ik de mechanismen die bacteriën gebruiken om de voortplanting van insecten te beïnvloeden.
Ik ben sinds de start van mijn PhD lid van de NEV, en zit sinds 2024 in het bestuur. Ik hoop bij te kunnen dragen aan het uitdragen van de boodschap dat insecten belangrijk zijn voor de natuur, en dat we alles eraan moeten doen om ze te onderzoeken en te behouden.
Pingping Chen,
Penningmeester
email: penningmeester@nev.nl
In 1973, na twee jaar uitgebreide studie van biologische cursussen aan de Nankai Universiteit, China, stonden alle studenten in dat jaar voor een beslissende keuze, namelijk om te kiezen uit entomologie of genetica als hoofdvak, die de toekomstige carrière voor iedereen sterk zou kunnen beïnvloeden. Vanwege mijn interesse in zoölogie ben ik verder gegaan met entomologie. Na zoveel jaren, als ik terugkijk, is het duidelijk dat mijn keuze diep is beïnvloed door een aantal vooraanstaande professoren van ongewervelde dieren en entomologie. Na mijn afstuderen heb ik een paar jaar gewerkt op het gebied van insectenfysiologie aan dezelfde universiteit. Om mijn voorkeur te volgen, ben ik echter als masterstudent overgestapt naar het veld van entomologische systematische evolutie. Na het behalen van een masterdiploma, werkte ik 2 jaar als docent aan dezelfde universiteit en als Ph.D. kandidaat onder professor Zheng Leyi, een internationaal erkende entomoloog in de studie van Heteroptera. Van hem heb ik veel geleerd. Van tijd tot tijd realiseer ik me dat ik nog steeds in zijn voetsporen treed. Sinds 1980 was mijn studiegebied gefixeerd op waterwantsen, de eerste uitdaging was de studie over Chinese Saldidae als mijn masterstudie die me in 1987 bij wijlen prof. dr. R.H. Cobben aan de Agricutural University in Wageningen bracht. Mijn laatste promotie was gebaseerd op Systematiek van Chinese Gerridae, inclusief herziening van één Oosters geslacht Metrocoris dat deels onder supervisie stond van wijlen Prof. N.M. Andersen, Universiteit van Kopenhagen. Vanaf 1980 ben ik tot op de dag van vandaag bezig geweest met het onderzoek naar semiaquatische en aquatische Heteroptera. Daarna heb ik als professioneel entomoloog op verschillende afdelingen gewerkt, o.a. universiteit, onderzoeksinstituut in China en uiteindelijk tot aan mijn pensioen bij het Nederlands Referentiecentrum, Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA). Met deze organisatie is mijn kennis over diverse insecten en planten aanzienlijk verbreed. Verder stelt mijn verbinding met Nederland Biodiversity Center Naturalis Leiden sinds 1988, met zijn goede faciliteiten en sterke ondersteuning, me in staat om door te gaan met wat ik in het verleden heb gedaan en het in de toekomst hoop te blijven doen. Kortom, van jonge student tot het pensioen, sta ik gelukkig op de schouders van een aantal Heteropra-reuzen en draai rond om één centrum: waterwantsen, waar ik nog altijd van geniet.
Penningmeester zijn voor NEV is een nieuwe uitdaging waar ik voor sta. Ik zou willen dat ik meer zou leren en meer zou bijdragen aan de Entomologische Vereniging.